hier is Tinus!

Zo lief had God de wereld dat Hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft  opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.  Johannes 3:16

Bezoekers nu

Bezoekers totaal

zaten


Home Wie ben ik Onoverzichtelijke bocht Zijn Naam Cursief Eerste hulp Maarten In vogelvlucht Links Contact

IX  JHWH - M'QADDESH

Heiligt u dan, en weest heilig, want Ik ben de HERE, uw God. Zo zult gij Mijn inzettingen nauwgezet in acht nemen; Ik ben de HERE die u heilig. Lev. 20:7-8

Heiliging

Wanneer de Bijbel spreekt over de 'heilige' plaats of de 'heilige' God, dan wordt zo'n 250 keer het woord  'qodesh' gebruikt. Dat woord kan  het best worden vertaald met: 'apart gezet van iets' of 'apart gezet tot een bepaald doel'. God Zelf is de Heilige; de 'Apart gezette'. Hij is afgezonderd van het kwaad. Dit in tegenstel­ling tot de afgoden, die meestal immoreel zijn. Denk maar eens aan de Griekse goden met hun twisten en hun im­moreel 'liefdesleven'. De Heilige God wil de Zijnen graag heel dicht bij Zich hebben. Daartoe wil en moet Hij hen apart zetten. Hij moet hen heilig maken.

De eerste keer dat over het begrip 'heiligen' werd gesproken in de wereldgeschiedenis was meteen na de schepping. Het eerste dat door de HERE werd geheiligd (apart gezet) was een dag, namelijk de zevende:

Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had, rustte Hij op de zevende dag van al het werk dat Hij gemaakt had. En God zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat God scheppende tot stand had gebracht. Gen. 2:2,3

Natuurlijk was God niet moe geworden van het scheppingswerk.  Dat God kon rusten op die zevende dag laat ons zien dat de schepping klaar was, het grote scheppingswerk was volbracht. Het volk Israël krijgt later de opdracht om deze dag als feestdag voor de HERE onderhouden.  

Ook de berg Sion, de tempel met alle toebehoren, de kleding van de priesters en de priesters zelf waren heilig. Dat betekende dat al deze dingen (berg, gebouw, voorwerpen, kleding en degene die de kleding droegen waren afgezonderd tot een bepaald doel: De verheerlijking van God. In de tijd waarin wij nu leven wordt Sion nog steeds vertreden door de heidenen, maar de berg Sion zal eenmaal weer heilig zijn:

Zo zegt de HERE: Ik keer weder tot Sion, en Ik woon binnen Jeruzalem; Jeruzalem zal de stad der trouw, en de berg van de HERE der heerscharen, zal de berg der heiligheid genoemd worden. Zacharia 8:3

Dan zal werkelijkheid worden wat voorzegd is door de profeet Micha:

En vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt laten wij opgaan naar de berg des HEREN, naar het huis van de God van Jacob, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen, en opdat wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de Wet uitgaan en des HEREN woord uit Jeruzalem. Mich. 4:2

Bij de Naam 'JHWH Rophe' zagen we de HERE als de Hemelse Heelmeester, die de mensen wil genezen van alle bitterheid en vreugdeloosheid, veroorzaakt door de zonde.

Bij de Naam 'JHWH Nissi' zagen we de HERE als de Banier die voor ons uitgaat in de strijd. Diezelfde HERE die verlost en die voorgaat, wil ook levensheiliging geven. God zal de gelovige uiteindelijk zonder smet of rimpel voor zich stellen. Het kinderliedje: 'Ik wens te zijn als Jezus' is niet te hoog gegrepen. Eenmaal zal dit bereikt worden. Als alles is voleindigd want het is Gods doel met al de Zijnen!

Verbeter de wereld, begin met jezelf

Dit is onmogelijk! O, ja we kunnen onszelf wel een iets ander gedrag aanleren, maar een werkelijk heilige levenswandel heeft als grondslag niet onze 'goede wil', maar het volbrachte werk van de Heer Jezus. God wil Zìjn leven door óns leven heen tot uitdrukking brengen. Enkele jaren geleden werd een bekende hoogleraar voor de radio een interview afgenomen: Daarin vertelde de ondervraagde dat hij niet hield van het woord bekering. In zijn ervaring was 'geble­ken' dat bekering niet mogelijk was...

Als dit waar zou zijn dan moet de mens inderdaad de bronnen tot 'zelfverbetering' in zich­zelf zoeken. Dat zal dan wel iets 'geweldigs' worden want...:

Arglistig is het hart, boven alles, ja verderfelijk is het wie kan het kennen ? Jer. 17:9

Want uit het hart komen voort boze overleggingen, moorden, overspel, hoere­rijen, diefstallen, valse getuigenissen, lasteringen. Mattheüs 15:19

Zó tekent God de situatie waarin het onbekeerde mensenhart zich bevindt. Het is duidelijk dat hier nooit iets goeds uit voort kan komen: bekering is noodzakelijk!

Naar zijn beeld...

Van Adam wordt geschreven dat hij geschapen werd naar Gods beeld en gelijkenis.  En dat is ook zo, maar toch moeten we dit niet zó opvatten alsof er helemaal niets gebeurd is sinds de dag dat Adam werd geschapen.  De zondeval heeft dit prachtige beeld beschadigd.

Toen Adam honderd dertig jaar geleefd had, verwekte hij een zoon naar zijn gelijkenis, als zijn beeld, en noemde hem Seth. Gen. 5:3

Seth werd geboren naar het evenbeeld van zijn vader Adam. Adam was toen niet meer de zondeloze, onschuldige Adam want die zondeloos­heid en die onschuld was in de zondeval verloren gegaan. Van na­ture zijn alle mensen beelddragers van de gevallen Adam. Is het geen geweldig wonder dat God Zijn eigen beeld weer zichtbaar wil maken in de gelovigen? O ja, die volmaaktheid zal nooit ten volle  bereikt worden op aarde; maar tóch kunnen we lezen van Gods geweldige belofte:

Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Wij weten dat als Hij geopenbaard zal zijn, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. 1 Joh. 3:2

Om dat doel, gelijkvormigheid aan de Heer Jezus, te bereiken gebruikt God alles in het leven van de Zijnen:

Maar wij weten dat hun die God liefhebben, alle dingen meewerken ten goede, hun, die naar zijn voornemen zijn geroepen. Rom. 8:28

Niets ontsnapt aan Zijn aandacht en Hij leidt alles zó in het leven van de gelovige, dat alles meewerkt ten goede voor het uiteindelijke doel dat Hij Zich heeft gesteld:

Want hen, die Hij tevoren heeft gekend, heeft Hij ook tevoren bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. Rom. 8:29

Gelijkvormigheid aan de Zoon, dat is de uiteindelijke bestemming. Natuurlijk zal dit pas ten volle vervuld worden als we bij Hem zullen zijn! Maar ook nu al, hier in dit leven, kunnen we door de gemeenschap met de Heer op Hem gaan lijken. Hij wil ons Zijn gemeen­schap dagelijks schenken. Daartoe dienen we ons leven voor Hem open te stellen. Heiligmaking is iets geheel anders dan het houden van allerlei 'christelijke regels en principes'. Voor hen, die het christelijk leven willen imiteren, bestaat de Godsdienst uit wetten en regels. Iemand die Godsdienstig wil zijn zonder we­dergeboorte, kan alleen de religieuze behoeften bevredigen. Maar in werkelijkheid blijft het gewoon tobben. De ware Gods­dienst, de dienst aan de levende God bestaat uit: blijdschap, vrede, liefde, vriendelijkheid, trouw, geduld. Al deze positieve zaken kan een mens wel imiteren, maar nooit, zoals God dat wel kan, in het hart leggen.


Oproep tot heiligmaking

Want dit is de wil van God: uw heiliging.  Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar in heiliging. 1 Thess. 4:3,7

Jaagt naar de vrede met allen, en de heiliging zonder welke niemand de Heer zal zien. Hebr. 12:14

De gelovige wordt voortdurend opgeroepen tot afscheiding. Af­scheiding van valse leer, onreinheid, zonde, kortom van alles dat vijandig is aan Gods gedachten. De eerste scheppingsdaad van God was: scheiding aanbrengen tussen licht en duisternis. Dat principe geldt ook vandaag de dag!

Ga niet met ongelovigen onder een ongelijk juk. Want welk deelgenootschap hebben gerech­tigheid en wetteloosheid? Of welke gemeenschap heeft licht met duisternis. 2 Kor. 6:14

De HERE uw heiligmaking

JHWH Mqaddesh, Ik ben de HERE, die u heilig. Onze heiligma­king is het werk van de Heer. In de eeuwigheid zullen we ons niet verblijden over onze eigen inspanningen want al onze aan­dacht, dank en aanbidding zal uitsluitend en alleen de Heer Jezus gelden, die alles in ons heeft bewerkt.

Want met één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die gehei­ligd worden.  Hebr. 10:14

Aan de heiligmaking zitten dus twee kanten. In principe is de heiligmaking al een feit op het moment van onze bekering. Maar toch moet deze heiligmaking ook nog worden uitgewerkt in het leven. Dat kan alleen gebeuren in de harten van ver­anderde mensen; in de harten waarin de Heilige Geest zijn woonplaats heeft.

En omdat u zonen bent, heeft God de Geest van zijn Zoon in onze harten uitgezonden. Gal. 4:6

Het is dus niet een wet 'van buitenaf' die de gelovige regeert, maar de gelovige wordt 'van-binnen-uit' geregeerd door de Heilige Geest die in het hart woont.

Ik zal mijn wetten in hun verstand geven, en Ik zal ze in hun harten schrijven... Hebr. 8:10

De Heer heeft bij de wedergeboorte alles gegeven zodat de Zijnen een geheiligd leven kunnen leiden. En boven dit alles mogen we dan óók nog weten dat de Heer Jezus Zichzelf volledig inzet voor de heilige levenswandel van allen die Hij met Zijn bloed heeft gekocht.

Op een dag waren de discipelen in hun bootje het meer van Galilea opgevaren. Terwijl zij in nood verkeerden, was de Heer Jezus op de berg in gebed. (Mattheüs 14:22-24) Deze geschiedenis is een prachtig beeld van het werk van de Heer Jezus voor de Zijnen. Hij is nu 'op de berg' en bidt voor de zijnen op de woelige levenszee…

Wie zal beschuldiging inbrengen tegen uitverkorenen van God? God is het, die rechtvaardigt; wie is het die veroordeeld? Christus Jezus is het, die gestorven is; ja nog meer, die opgewekt is, die ook aan Gods rechterhand is, die ook voor ons bidt. Rom. 8:33-34

Heiliging en verwachting

Toen de Heer Jezus op aarde was, heeft Hij vlak voor Zijn lijden en sterven de volgende woorden gesproken:

In het huis van mijn Vader zijn vele woningen; als het niet zo was zou Ik het u hebben gezegd want Ik ga heen om u plaats te bereiden En als Ik ben heengegaan en u plaats heb bereid, kom ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben. Joh. 14:2-3

In de hemel komen alleen maar geheiligde mensen De heiligmaking zal voor 100% voltooid zijn op het moment dat de gelovige bij de Heer Jezus zal zijn. Geen seconde eerder en geen tel later! De volmaaktheid wordt op aarde niet bereikt. Het kan bijna niet anders of iedere gelovige die serieus omgaat met de heiligmaking, heeft ook een levend verlangen naar de dag dat de Heer Jezus zal terug­komen. De term 'Maranatha-christen' is een term die eigenlijk niet behoort te bestaan. Het is abnormaal –en het gevolg van onwetendheid met betrekking tot deze heilswaarheid- als een christen niet uitziet naar de spoedige wederkomst van de Heer Jezus. ‘Uitzien naar Zijn komst’ is een opdracht van de Heer zelf!

(...) van de afgoden tot God bekeerd, om de levende en waarachtige God te dienen en Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten. 1 Thess. 1:9b-10

Dit uitzien naar Zijn komst heeft nauw te maken met de heiligmaking. Want als we ons bewust zijn van zijn spoedige komst zal dat uitwerking hebben in ons leven. Net zoals een propere huisvrouw het huis schoon wil hebben als er gasten worden verwacht, zo zal ons ‘levenshuis’ rein worden gehouden als we leven met de gedachte aan de komst van de Heer.

Geliefden, nu zijn we kinderen van God en het is nog niet geopenbaard wat we zullen zijn. Wij weten dat als Hij geopenbaard zal zijn, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is. En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich zoals Hij rein is. 1 Joh. 3:2-3

De verwachting van de wederkomst heeft een reinigende werking op het leven van de gelovige. Dit wil ik illustreren met een gebeurtenis uit mijn jeugd.

Als kleine jongen ging ik graag met mijn moeder mee naar mijn grootmoeder. Ik kreeg dan een mooi wit matrozenpakje aan. Ik wist niet wanneer de bus kwam, en al had ik het geweten, dan had ik er nog niks aan gehad want ik kon toen nog niet klokkij­ken. Het moment van vertrek was mij niet bekend. Ik wist alleen: het zal niet lang meer duren. Omdat ik van mijn grootmoeder hield kreeg ik (die altijd overal op en in zat) het voor elkaar om mijn witte pakje schoon te houden in de tijd dat ik moest wachten voordat ik met mijn moeder in de bus kon stappen.

Alle gelovigen in de Heer Jezus Christus hebben bij de weder­geboorte een ‘wit pak’ gekregen. Maak het niet vuil aan allerlei dingen waar we beter van af kunnen blijven. Zie uit naar de 'bus', (in dit geval de laatste bazuin).

Zie ik zeg u een verborgenheid. Wij zullen niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin; want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk worden opgewekt, en wij zullen veranderd worden. 1 Kor. 15:51-52

Ja, de Heer Jezus is de vervulling van de Naam: JHWH M’qaddesh, de HERE die heiligt.