hier is Tinus!

Zo lief had God de wereld dat Hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft  opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.  Johannes 3:16

Bezoekers nu

Bezoekers totaal

zaten


Home Wie ben ik Onoverzichtelijke bocht Zijn Naam Cursief Eerste hulp Maarten In vogelvlucht Links Contact

XIV  EL OLAM

En [Abraham] plantte te Beër Sheba een tamarisk, en riep daar de naam van de HERE, de Eeuwige God, aan. Gen. 21:33

Al Gods eigenschappen, die Hij ons toont in al Zijn verschillende Namen, worden in deze Naam ‘El Olam, de Eeuwige God’ bekrachtigd. Hij, de Eeuwige, redt, geeft kracht, gaat vooraan in het leven, is nabij, zorgt... en dat alles is eeuwig.

En Abraham maakte Abimelech een verwijt over een waterput, die de knechten van Abimelech zich hadden toegeëigend. Toen zeide Abimelech tot Abraham: Wat betekenen die zeven lammeren hier die gij afzonderlijk gezet hebt? En hij zeide: voorzeker moet gij deze zeven lammeren uit mijn hand aannemen, opdat het mij tot een getuigenis zij, dat ik deze put gegraven heb. Daarom noemde men die put Beër Sheba, want die beiden hebben daar gezworen.  Gen. 21:25,29-31

Waarom stelde Abraham zoveel belang in die waterput? In de warme landen van het oosten is water van levensbelang. Zonder water is nergens leven mogelijk, maar in het Midden oosten is het ook nog erg schaars. Het beeld is duidelijk, de waterput is een beeld van het Woord van God. In de woestijn van deze wereld kan de gelovige het geen dag stellen zonder het Woord. Daarom is het van belang dat we alles doen wat mogelijk is om dat Woord te 'bezit­ten'. Toen Abraham getoond had dat die waterbron hem alles waard was, openbaarde de HERE Zich aan zijn hart als de Eeuwige God.

El Olam, de Eeuwige God.

...geloofd zij de HERE, de God van Israël, van eeuwigheid en tot in eeuwigheid. Amen, ja amen. Psalm 31:14

In de Bijbel lezen we verschillende keren dat de eeuwigheid in 'tweeën wordt verdeeld'. Dat klinkt wat vreemd, maar is het in feite niet want er ligt 'een eeuwigheid', achter ons en er ligt een eeuwigheid vóór ons. De achter ons liggende eeuwigheid, is de eeuwigheid waarin God alleen bestond en waarin Hij de hemel en de aarde schiep. Adam werd in de eeuwigheid, die achter ons ligt, als een eeuwig wezen geschapen. Op het moment van de zondeval, 'tuimelden' Adam en Eva vanuit de eeuwigheid in de tijd. Het leven op aarde werd eindig. De dood deed zijn intrede. In de eeuwigheid heeft het geen zin om een kalender te hebben; maar in de tijd is het noodzakelijk om de dagen te tellen. De mens leeft nu in de tijd en wanneer men sterft gaat men de eeuwigheid in.

De eeuwigheid die men dan ingaat is de komende eeuwigheid. De situatie waarin men in die eeu­wige toekomst komt te verkeren, staat vast op het moment dat men de 'tijd' met de eeuwigheid verwisselt. Dan is men, zoals wel eens wordt gezegd, 'uit de tijd'. Straks zal de hele schepping 'uit de tijd' zijn. Dan komt er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Dan is de tijd voorgoed voorbij. De mens is gedurende het verblijf op aarde een 'tijdswezen' met een eeuwige bestemming. Aan dat 'tijds­wezen' wil de HERE Zich openbaren als de Eeuwige God.

Wat een troost dat Hij er altijd is. In de eeuwigheid vóór ons, in de tijd, en in de eeuwigheid ná ons. De Eeuwige God is altijd heel dicht bij allen die Hem liefhebben.

De eeuwige God zij u een woning en onder u zijn eeuwige armen. Deut. 33:27

Omdat God een eeuwige God is, redt Hij ook met een eeuwige verlossing.

Israël wordt door de HERE verlost met een eeuwige verlossing; gij zult noch beschaamd staan, noch te schande worden, tot in alle  eeuwigheden. Jes. 45:17

Gods beloften voor Israël zijn eeuwig. Hij zal alle toezeggin­gen die Hij in het verleden heeft gedaan, aan hen waarmaken. Maar dat niet alleen; de Gemeente van wedergeboren gelovigen mag zich eveneens verheugen in de eeuwige zegeningen die door de Heer Jezus zijn verworven. Voor Israël gelden eeuwige aardse zege­ningen. De zegeningen voor de Gemeente hebben een hemelse karak­ter. We willen in verband hiermee een paar gedeelten uit de Bijbel aanhalen.

En zoals Mozes de slang in de woestijn heeft verhoogd, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat ieder die in Hem gelooft, eeuwig leven heeft. Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Joh. 3:14-16

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en gelooft Hem die Mij heeft gezonden, die heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, maar is overgegaan uit de dood in het leven. Joh. 5:24

Mijn schapen horen mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij. En Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen geenszins verloren gaan in eeuwigheid en niemand zal ze rukken uit Mijn hand. Joh.10:27)

De Heer Jezus kan deze rijke zegeningen alleen geven omdat Hij zelf de El Olam is, de eeuwige God. Zijn rijke zegeningen zijn nu al het deel van ieder die Hem toebehoort.

Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons gezegend heeft met alle  geestelijke zegening in de hemelse gewesten in Christus, zoals Hij ons in Hem uitverkoren heeft, vóór de grondlegging van de wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn vóór Hem in de liefde. Ef. 1:3-4

Helaas blijven sommige gelovigen staan bij de gedachte (en die wordt ook vaak uitgesproken): 'we blijven zondaars'. Maar door het geloof wordt een zondaar op een veel hoger plan ge­bracht. Niet op het oude plan van Adam, maar op het plan van Christus. De gelovige is geen 'wereldburger' meer, maar ‘hemelburger’. Dat is de positie waarin de Heer Jezus Chris­tus, de Zijnen heeft gebracht:

Maar ons burgerschap is in de hemelen, waaruit wij ook de Heer Jezus Christus als Heiland verwachten. Fil. 3:20

De Naam boven alle naam.

De Heer Jezus Christus kwam in de wereld vanuit het tijdloze vanuit de eeuwigheid. Hij kwam onze tijd(elijkheid) binnen. Regelmatige kunnen we lezen: 'dat Zijn ure nog niet was gekomen.' God kwam in de tijd! Volkomen Mens en volkomen God. Van die Godheid getuigen de wonderen die Hij deed: zieken genezen, doden opwekken, blinden ziende maken, hongerigen te eten geven. de wind en de zee tot stilte manen. Van Zijn Mens-zijn getuigen Zijn verdriet, Zijn honger, Zijn vermoeidheid. De apostel Paulus beschrijft de komst van de Eeuwige God als Mens op aarde:

Want laat die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, die in de gestalte van God zijnde het geen roof heeft geacht God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft, de gestalte van een slaaf aannemend, de mensen gelijk wordend. En uiterlijk als een mens bevonden heeft Hij Zichzelf vernederd, gehoorzaam wordend tot de dood, ja, tot de kruisdood. Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd, en heeft Hem de naam  geschonken die boven alle naam is, opdat in de naam van Jezus elke knie zich buigt van hen, die in de hemel, die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong belijdt dat Jezus Christus Heer is, tot heerlijkheid van God de Vader. Fil. 2:6-11

De Almachtige God, de Schepper van alle dingen, de Vorst van het Leven kwam naar de aarde om te sterven. Hij werd geboren met het doel te sterven. Voor ons is het sterven het einde van het leven op aarde. Dat is een ‘automatisme’ dat alleen doorbroken zal worden als de Heer Jezus al de Zijnen in een oogwenk in de lucht zal meevoeren naar het Vaderhuis. Dat is de uitzondering. De regel is dat ieder mens sterft. Dan is het leven afgelopen en volgt het oordeel.

De Bijbel toont ons dat het loon dat de zonde geeft de dood is, en Hij, de Eeuwige, de Reine werd met zonden beladen en moest de dood ondergaan. Zullen wij ooit de diepte van dit lijden kunnen peilen? Nee toch! Hij kwam om te sterven, voor Hem was er geen oordeel na het sterven. Het oordeel was op Hem in zijn lijden op het kruis. Daar ging het oordeel van God over Hem heen. Daar droeg Hij de schuld zodat er voor ieder die in Hem gelooft geen oordeel meer dreigt. Nee, de Heer Jezus is nooit in de hel geweest, Hij droeg de zondelast terwijl Hij leed op het kruis. In die uren van dikke duisternis, toen God Zich van Hem afwendde was Hij alleen in de Godverlatenheid. Opdat niemand ooit van God verlaten behoeft te zijn.

De Almachtige God (El Shad­dai) heeft voorzien(JHWH Jireh)  in de nood van zijn schepsel en Zelf voor een Lam ten brandoffer gezorgd. De Heer, (Adonai) kwam naar de aarde en toonde Zichzelf aan het volk Israël als de God van het Verbond. En Hij heeft Zichzelf vele malen geopenbaard als de 'Ik ben' (JHWH). Hij trok rond door het land als de dokter (JHWH Rophe) Hij is het die de Zijnen vrede geeft (JHWH Shalom) en ze rechtvaardig maakt (JHWH Tsidkenu), die hen ook heilig maakt (JHWH Mqaddesh). Hij gaat als een banier voor hen uit(JHWH Nissi) en verzorgt hen als de Herder (JHWH ROï). In eeuwigheid zal Hij bij, en in hen blijven (El Olam) Hij zal er altijd zijn (JHWH Shamma)

We leven vandaag nog in de tijd van de genade. Ieder die nu zijn / haar vertrouwen stelt op de Heer Jezus als Verlosser en Heer zal behouden worden van de eeuwige straf. Er is maar Een Weg tot God, de Heer Jezus. Ieder die Hem tijdens het leven afwijst zal later tóch moeten erkennen dat Jezus de Heer is! Maar dan zal het te laat zijn. Vreselijk om met díe erkenning dat Jezus de Heer is, toch voor eeuwig verloren te moeten gaan. Zonder de Heer Jezus is er eeuwige wroeging, maar mét Hem eeuwige vreugde en blijdschap. Hij kwam als de Redder der wereld. Hij is de vervulling van al Gods beloften die honderden jaren lang door de profeten tot ons kwamen. Alle lijnen van de Bijbel komen bij Hem samen.

De liefde van God voor verloren zondaren werd het dui­delijkst zichtbaar aan het hout der schande op Golgotha. En die liefde van God zal in alle eeuwigheden zichtbaar blijven in de lidtekens van de wonden die Hem zijn toegebracht in het huis van Zijn vrienden.

En zo iemand tot hem zegt: Wat zijn deze wonden in uw handen, dan zal hij zeggen: dat zijn de wonden waarmee ik geslagen ben in het huis van mijn liefhebbers. Zwaard, ontwaak tegen mijn herder, tegen de man die mijn metgezel is, spreekt de Heer der heerscharen, sla die herder en de schapen zullen verstrooid worden; maar Ik zal mijn hand tot de kleinen wenden. Zacharia 13:6-7

Het is volkomen duidelijk wie deze Metgezel van de HERE der heerscharen is: Jezus, de Zoon van de levende God. In de nacht dat Hij werd overgeleverd werd deze profetie vervuld: Zijn 'schapen', de discipelen en allen die Hem liefhadden, werden verstrooid. Het is zinloos om de vraag te stellen of deze 'He­rder' werd gekruisigd door de Joden of de Romeinen. Zijn dood werd veroorzaakt door mij! En door u! Mijn en uw zonden brachten Hem naar het kruis! Deze Jezus draagt de hoogste Naam. Het is de volheid van alle Namen van God. Het is de naam Jeshoea, 'Jezus'. Straks zal dat voor de hele schepping zichtbaar worden. Geprezen zij zijn Naam.

Maranatha, Heer Jezus kom spoedig.

De genade zij met allen die onze Heer Jezus Christus in onvergankelijkheid liefhebben.  Ef. 6:24