hier is Tinus!

Zo lief had God de wereld dat Hij zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft  opdat ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat maar eeuwig leven heeft.  Johannes 3:16

Bezoekers nu

Bezoekers totaal

zaten


Home Wie ben ik Onoverzichtelijke bocht Zijn Naam Cursief Eerste hulp Maarten In vogelvlucht Links Contact


Tinus

De bus missen

Het gebeurde in de tijd dat ik nog bij de Landmacht diende. Ik woonde toen nog bij mijn ouders in Zeist. Daar had ik een meisje leren kennen bij Ds. Roelofsen op de ‘kattebak’. De werkelijke naam van deze bijeenkomst was iets anders. Voor de meeste lezers van deze krant is verdere uitleg overbodig.Voor de enkele ‘vreemdeling in Jeruzalem’ : ik heb het hier over de catechisatielessen van de kerk.

Dat meisje werkte in Zeist waar zij intern was terwijl haar ouders in Ameide woonden. Regelmatig moest ze op zondag werken (foei?) en dan was ze op maandag en dinsdag vrij. Die dagen bracht ze bij haar ouders door. Ik had het geluk dat ik gelegerd was in Schoonhoven. Even met de pont over naar Gelkenes en dan met de bus naar Ameide. In een half uurtje gepiept.

 Alles zat die dag mee. Ik had wachtdienst tot vijf uur en kon me meteen omkleden en met de pont naar de overkant van de Lek. Daar stond de bus op me te wachten en een dik half uur nadat ik de poort was uitgelopen waren we met zijn tweeën in de zevende hemel. Dat kwam omdat ze haar armen om mij en ik de mijne om haar heen sloeg. Helaas ploften we alweer snel op de grond door het geluid van de claxon van de bus. De chauffeur wilde weer verder rijden en kon dat niet omdat wij in de weg stonden.

Nou ja, omdat we toch weer op aarde waren teruggekeerd maakten we van de gelegenheid gebruik om even ‘een bakkie’ bij haar ouders te gaan doen. Haar moeder werkte graag alles snel af en toen we onze eerste kop koffie nog maar net op hadden, kwam meteen de tweede. Dat beviel ons heel goed want we wilden ook nog een poosje met zijn tweeën zijn.

Fija en ik liepen de Hooge Waard op en overschreden daarmee een grens. Toen onze handen elkaar raakten werden de wetten van de tijd buiten werking gesteld, totdat op een gegeven moment de torenklok sloeg. Als door een wonder drong het geluid onze tijd-vrije zone binnen. We telden mee en we kwamen tot tien. Daarop pakten we elkaar nog maar eens fijn vast, want de laatste bus zou over tien minuten vertrekken en die zou ik toch niet meer kunnen  halen…

Het was na half elf toen we weer bij haar ouders binnenkwamen. De buurman was zo goed om me achter op de brommer naar de pont te brengen en ik was nog ruimschoots op tijd terug in de kazerne.

Ik was alles vergeten. Dacht nergens aan dan alleen aan haar. Met de hulp van de buurman was ik nog op tijd voordat de poort van de kazerne dicht ging.


… God beveelt aan de mensen dat zij zich […]moeten bekeren omdat Hij een dag heeft bepaald waarop Hij het aardrijk in gerechtigheid zal oordelen…

Bij het lezen vanmorgen van de bovenstaande tekst uit Hand. 17 moest ik hier aan denken. Straks wordt de poort van de genade gesloten. Dan kan geen buurman meer helpen. Met of zonder brommer.

De Heer Jezus, de eeuwige Zoon van God, kwam van de heerlijkheid van de hoge hemel en werd zo ‘onze Buurman’ . Hij ontledigde zichzelf helemaal om ons te redden van (de gevolgen van) de zonde.

De bus missen is jammer, maar daar is nog overheen te komen, maar zo opgaan in het leven en de genadetijd voorbij laten gaan dat is pas echt zonde.